Geschiedenis en oorsprong Lucuma wordt het ‘goud van de Inca’s’ genoemd. Lucuma wordt gekweekt in de Peruaanse hooglanden sinds 200 na Christus, toen hadden de mensen de karamelzoete vruchten ontdekt. In Peru zijn 26 dorpen vernoemd naar deze geliefde vrucht. De lucuma boom groeit het beste op een hoogte tussen 450 en 1000 meter. De boom is goed bestand tegen droogte, maar kan niet tegen vorst. Om het fruit te produceren is er een hoge luchtvochtigheid nodig. Lucuma bomen beginnen pas na 5 jaar vruchten te produceren en elke boom levert tot 500 vruchten per jaar. De vruchten zijn geelbruin van kleur en kunnen tot een kilo per stuk wegen. Verwerking tot Lucuma poeder De lucuma boom draagt het hele jaar door fruit, maar de belangrijkste oogst vindt plaats in het voorjaar tussen januari en april. Wanneer de vrucht uit de lucuma boom valt is hij nog niet rijp en de pulp is te hard om eetbaar te zijn. De vruchten moeten onder hooi opgeslagen worden tot het
